Top 10 meest gestelde vragen van ouders tijdens webinar oktober 2020
19 oktober 2020 18:53
Tijdens het webinar op 7 oktober 2020 kregen wij meer dan 2000 vragen van ouders. Hieronder de top 10 meest gestelde vragen.
Hebt u naar het webinar gekeken en hebt u nog vragen? Neem dan contact op met het uw persoonlijk zaakbehandelaar of het Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag.
U kunt ook het hele webinar terugkijken.
Top 10 meest gestelde vragen van ouders tijdens webinar
Onze webinars zijn online uitzendingen speciaal voor ouders waarin kijkers vragen kunnen stellen via de chat. In het webinar van 7 oktober bespraken we de huidige stand van zaken, maar ook wat u van ons kunt verwachten.
Sprekers:
- Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen
- Arre Zuurmond, voorzitter van het Ouderpanel
- Julien Spliet, programmadirecteur Beleid & Uitvoering Herstel Toeslagen
- Jeroen Feddema, WMO Adviseur Gemeente Rotterdam
- Anne Coenen, Directeur Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Anne Coenen, directeur Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen: "Welkom op de eerste webinar voor alle mensen die problemen hebben ervaren rond de kinderopvangtoeslag. Mijn naam is Anne Coenen. Ik ben vorige week donderdag gestart als directeur bij Toeslagen.
We gaan u vanavond informatie geven over de laatste stand van zaken. Wat we voor u kunnen betekenen en wat u van ons mag verwachten."
In juli van dit jaar werd een wet aangenomen die het mogelijk maakt om ouders in heel veel verschillende situaties ook daadwerkelijk te compenseren. Met die wet konden we de eerste ouders compenseren, maar dat bleek complex te zijn. Veel ouders zijn door de toeslagen, maar ook door een combinatie van andere problemen in heel ingewikkelde situaties geraakt. We willen snel, maar ook zorgvuldig werken en maatwerk bieden. Dat bijt elkaar soms.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: "Nadat we dit voorjaar steeds beter en indringender zicht kregen op alle problemen die er zijn geweest rondom de kinderopvangtoeslagen, hebben we een wet gemaakt. Die is in juli van dit jaar aangenomen. Die wet maakt het mogelijk om ouders in heel veel verschillende situaties ook daadwerkelijk te kunnen compenseren. We zijn met die wet in hand aan de slag gegaan en hebben de eerste ouders gecompenseerd.
We hebben in de zomer, met name in de maand juli, gemerkt hoe complex dat bleek te zijn. Omdat veel van u in toch heel ingewikkelde situaties zijn geraakt. Door de toeslagen, maar soms ook gecombineerd met andere problemen. En omdat we natuurlijk iedereen zo goed mogelijk en ook helemaal willen helpen. Toen we daarachter kwamen wisten we ook dat we er lang over zouden doen voordat iedereen geholpen zou kunnen worden. Dat is natuurlijk niet fijn. Maar we willen zowel zorgvuldig werken als snel. En dat bijt elkaar soms.
We hebben dan ook in de afgelopen tijd verteld (en dat hebben we de afgelopen week dan ook gepubliceerd) hoe we welke ouders wanneer gaan helpen. Daar gaan we vanavond meer over vertellen."
Julien Spliet, programmadirecteur Beleid & Uitvoering Herstel Toeslagen: "Welkom ook namens mij. Mijn naam is Julien Spliet. Ik ben een collega directeur van Anne bij Toeslagen en richt mij met name op de beleidsmatige kant van de hersteloperatie. Alexandra refereerde er al aan, helaas zijn zeer veel ouders gedupeerd door problemen bij de kinderopvangtoeslag. Wat wij inmiddels weten is dat zij ook in zeer verschillende situaties beland zijn, om verschillende redenen gedupeerd zijn en ook soms met heel verschillende gevolgen.
De wet die in juli aangenomen is, probeert recht te doen aan al deze verschillende situaties en aan al deze verschillende gevolgen. Om op die manier ook maatwerk te bieden. Het risico is dan altijd dat het een complex geheel wordt. U ziet nu een plaatje in beeld dat een poging is om het zo simpel mogelijk weer te geven. Maar alsnog is het dan best een complex geheel."
Wanneer u zich heeft gemeld, heeft u op verschillende momenten contact met ons. Zoals de kennismaking met uw persoonlijk zaakbehandelaar, de brief met voorlopige uitkomst en de beschikking. Ouders met acute problemen of in zeer schrijnende situaties worden het eerst geholpen.
Per contactmoment wordt uitgelegd wat u kunt verwachten en waar u terecht kunt voor vragen.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Anne Coenen, directeur Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen: "Hoe werkt het nu precies als je in aanmerking wil komen voor herstel? Daarvoor schuift Alexandra weer aan die ons daarin mee gaat nemen."
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: "Dank je wel, Anne. Ik wil u graag stapsgewijs meenemen in hoe het nu werkt. Dus het begint eigenlijk wanneer u informatie heeft gekregen over het feit dat u denkt: “ik ben getroffen, gedupeerd door de kinderopvangtoeslag”. Meestal is dat zo omdat u bedragen heeft moeten terugbetalen waarvan u vond - en nog steeds vindt - dat dat onterecht was. U krijgt dan informatie en kunt zich bij ons melden. Dat kan op de website en via het telefoonnummer dat ook aan het einde in beeld zal komen. Dus dan kunt u zich bij ons aanmelden. Daar krijgt u een bevestiging van. En dan hoort u van ons wanneer u ongeveer kunt worden geholpen, wanneer u aan de beurt bent.
Dan maakt u vervolgens kennis met uw persoonlijk zaakbehandelaar. U ziet dat ook in het schemaatje dat nu in beeld is. De persoonlijk zaakbehandelaar is iemand die bij ons werkt, bij de herstelorganisatie van toeslagen. Die er specifiek voor u is, om in eerste instantie naar uw verhaal te luisteren. Julien vertelde daar al meer over. Om van u te horen wat er nu precies gebeurd is en dat ook goed in kaart te brengen, en in beeld. Zodat er een beeld kan worden geschetst voor welke regelingen u in aanmerking komt. En we kijken dan altijd naar de regeling die het beste voor u is. De meest uitgebreide regeling die voor u geldt. Voor alle jaren waarin u getroffen bent door de kinderopvangtoeslag.
Vervolgens gaat de zaakbehandelaar samen met zijn collega’s aan het werk om informatie te verzamelen en te zorgen dat er een eerste uitkomst is van waarvoor wij denken dat u in aanmerking komt. Dat schrijven we niet alleen op, maar we gaan er ook met u over in gesprek. Om van u te horen of u ons beeld van wat er aan de hand is geweest en ons beeld voor welke regelingen u in aanmerking komt ook deelt. Daar krijgt u natuurlijk een brief over. Vervolgens kunt u een tijdje nadenken over de vraag of dat terecht is. En uiteindelijk krijgt u een definitieve beschikking van ons.
Door dat hele proces heen heeft u steeds contact met uw zaakbehandelaar. Dat is iemand met wie u persoonlijk contact kunt hebben. Niet alleen via de mail of telefoon, maar ook waarmee u kunt afspreken. Want deze persoon kan u steeds informatie tussendoor geven over hoe het proces loopt, wat er aan de hand is en kan andere vragen voor u beantwoorden. Maar kan u ook helpen, bijvoorbeeld door contact te zoeken met de gemeente waarin u woont, omdat u aanvullende hulp van de gemeente zou willen hebben. We komen daar strak nog uitgebreider op terug als Jeroen Fennema, vanuit de gemeente Rotterdam, iets vertelt over wat gemeentes voor u kunnen betekenen.
De persoonlijk zaakbehandelaar helpt u ook als u uiteindelijk toch niet tevreden bent en bezwaar zou willen maken. Hij helpt u als u gebruik zou willen maken van een aanvraag voor extra schadevergoeding, of voor de noodvoorziening waar Arre het net ook al over had.
Dit is ongeveer het proces dat we doorlopen met iedere ouder. Maar het zal toch bij iedereen weer iets anders lopen. Omdat het over u gaat, over uw verhaal en wat u het prettigst vindt. Bij sommige ouders zullen we meer tijd nodig hebben, bij andere wat minder. Maar het begint allemaal met dat u zich bij ons meldt. En als u dat al gedaan heeft, u van ons hoort wanneer u aan de beurt bent en wie uw zaakbehandelaar is. Veel van u hebben waarschijnlijk al een zaakhandelaar en hebben daar hopelijk een fijn en goed contact mee.
Ik heb in ieder geval - toen ik 1 op 1 gesprekken heb gevoerd met inmiddels 100 ouders, samen met de zaakbehandelaar - gezien dat velen van u een goede en prettige band met elkaar hebben."
- Ouders in een acute situatie die zich hebben gemeld en die wij gaan helpen, krijgen nog deze maand een brief van ons.
- Ouders die zich bij ons hebben gemeld en al een persoonlijk zaakbehandelaar hebben, krijgen in oktober of november een brief. Daarin staat wanneer ze aan de beurt zijn. Dit zal sowieso begin 2021 zijn.
- Iedereen die zich voor eind september heeft aangemeld, wordt sowieso volgend jaar geholpen.
- Nog niet gemeld? Dit kan nog tot 2023.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Anne Coenen, directeur Toeslagen: “Wie gaan we wanneer helpen? Ik zie heel veel vragen binnenkomen over ‘wanneer ben ik aan de beurt, hoe ziet dat er dan precies uit?’ Er zijn zoveel mensen die natuurlijk willen weten wanneer ze geholpen gaan worden, dus Julien, kun je dat eens toelichten?”
Julien Spliet, programmadirecteur Toeslagen: “Zeker. En gedeeltelijk hebben we daar in bijzinnen al iets over gezegd. Alexandra noemde aan het begin al dat in de zomer is gestart met de uitbetaling van een eerste kleine groep ouders. Vervolgens is verder gebouwd aan het neerzetten van een organisatie die ook in staat is om de juiste mate van zorgvuldigheid en echte dienstverlening aan u te kunnen bieden. En nu gaan we aan de slag met het helpen van grotere groepen ouders.
In totaal hebben zich nu ruim 8000 ouders bij ons gemeld met de boodschap: ‘Ja, ik denk dat mij dit overkomen is. Kunt u naar mijn zaak kijken?’ Wij gaan er vanuit dat dit er uiteindelijk meer zullen worden. Dus we gaan er niet vanuit dat deze 8000 de volledige groep is. Het zullen er zeker een heel stuk meer kunnen worden.
In principe hebben al deze ouders recht op zo snel mogelijk duidelijkheid. Velen wachten soms al heel erg lang. Soms is het al jaren geleden dat ze gedupeerd zijn en soms is het ook al maanden geleden dat ze zichzelf bij ons hebben gemeld. In principe geldt de aanpak dat we starten met de ouders die zich het eerst gemeld hebben.
Maar er zijn 2 belangrijke uitzonderingen die ook al ter sprake gekomen zijn. De eerste zijn de ouders die nu in acute problemen zitten. Dan moet je denken aan dreigende uithuiszetting, geen geld voor eten, geen geld voor belangrijke behoeften voor uw kinderen. Onze prioriteit is dan direct om dit acute probleem te verhelpen. Zoals ik in het begin zei vaak is het volledig integraal behandelen van uw volledige zaak, voor alle jaren en voor alle regelingen, dat duurt vaak langer dan uw situatie toelaat. Daarom hebben we de noodvoorziening of de mogelijkheid om een eerste betaling te doen. Om vervolgens alsnog zo snel mogelijk uw hele zaak af te ronden. Momenteel hebben we van deze groep ouders die echt nu in acute problemen zitten, er ruim 100 in beeld. En het is absolute prioriteit om die problemen zo snel mogelijk minder acuut te maken en te verhelpen. Dus ongeacht wanneer deze ouders zich aangemeld hebben. Dus voor de groep die nu in beeld is gaan we dat nu zo snel mogelijk doen.
De tweede groep waarvoor een uitzondering geldt zijn de ouders die weliswaar nu niet meer in een acuut probleem zitten, maar die wel dermate schrijnende dingen meegemaakt hebben, dat we zeggen: ‘ja, die moeten nu ook met voorrang behandeld worden’. Dit gaat om situaties van ouders die jarenlang onder het bestaansminimum geleefd hebben. Die grote vervolgproblemen hebben, huizen verkocht hebben, banen kwijt geraakt zijn. Waarvan we zeggen: ‘oké, ondanks dat u allen recht heeft op zo snel mogelijk duidelijkheid, zijn er sommige situaties die maken dat we ouders dan toch met voorrang behandelen’.
Voor deze beide groepen geldt dat - voor zover we ouders nu in beeld hebben, en dat zijn er tussen de 250 en 300 - dat we deze dit jaar allemaal nog zullen gaan beoordelen. Sterker nog, dat we ook daarbij gaan zorgen dat niemand met de feestdagen in de acute problemen zit in deze groep.
Als later blijkt dat mensen die we nu nog niet in beeld hebben ook in zo'n situatie zitten, dan kunnen zij alsnog met voorrang behandeld worden. Daar moet ik gelijk bij zeggen dat hier natuurlijk een dilemma speelt. Want het is niet onze intentie dat als u zegt dat u in een zeer acuut probleem zit of dat als u aangeeft dat u in het verleden dermate schrijnende dingen meegemaakt heeft dat u met voorrang behandeld moet worden, dat wij daar dan uitgebreide onderzoeken naar gaan doen om te kijken of dat wel klopt. Dat willen wij niet. Wij gaan dan uit van het verhaal dat u aangeeft. En ook van de voorbeelden die wij vanuit het ouderpanel daarvoor aangereikt hebben gekregen.
Maar er geldt nu wel dat als morgen 8300 ouders aangeven dat ze allemaal met prioriteit behandeld moeten worden, dat we uiteindelijk die groep die nu in acute problemen zit alsnog niet met voorrang kunnen behandelen. Dus daar zit een dilemma. Wij kiezen ervoor om vooral uit te gaan van het verhaal en het signaal dat u daarover geeft.
Hoe ziet de planning er dan vervolgens uit? Het is een complex plaatje dat nu voor u in beeld te zien is. De eerste groep die nu met prioriteit geholpen wordt dit jaar: tenminste 300 ouders. Misschien als een toelichting: u ziet 2 getallen hier staan steeds. Dat is een ondergrens en een bovengrens. Omdat wij natuurlijk ook moeten inzien dat wij niet maanden en jaren ervaring hebben met wat het vraagt om u echt te helpen. En dat is wel echt onze intentie, om u echt te helpen. Dus wij moeten daar deels ook nog de ervaring opdoen om daar heel precieze inschattingen van te maken. Maar wat we nu wel al weten is dat we dit jaar in ieder geval 300 ouders, en hopelijk een paar honderd ouders meer, kunnen gaan helpen.
Vanaf volgend jaar nemen die aantallen dan snel toe en in het eerste kwartaal volgend jaar, dus de maanden januari, februari en maart kunnen we in ieder geval iedereen van u die nu contact heeft met een zaakbehandelaar gaan helpen. Dus tenminste 1500 ouders, en hopelijk veel meer. En het laatste belangrijke getal: ik noemde eerder 8300 ouders die zich nu gemeld hebben. Die kunnen we sowieso allemaal volgend jaar gaan helpen. Het is altijd ingewikkeld om bij zo'n complex proces hele precieze voorspellingen te doen, maar dit is wel waar wij ons nu op richten.
Eén belangrijke opmerking daarbij. Uiteindelijk, hoe lang het duurt om u echt te helpen, en hoe lang het duurt om een traject af te ronden, dat is ook aan u. Er zijn een heleboel factoren die kunnen maken dat het soms langer duurt. Als u zegt: ‘ik wil heel graag wat langer de tijd nemen en meerdere afspraken om echt goed mijn verhaal te kunnen doen’. Dat mag en dat kan. Of als u zegt: ‘ik wil heel graag dat ook één of meer van de commissies nog naar mijn zaak kijken’. Als u uiteindelijk in bezwaar gaat. Als u bredere hulpvragen heeft, die soms zelfs maken dat het beter is om nog even te wachten met financiële compensatie. Dat zijn allemaal situaties die soms maken dat het wat langer duurt voordat een traject afgerond is.
Dus wat wij wel echt kunnen beloven is dat - bij deze aantallen ouders - dat wij de beoordeling aan onze kant vervolgens gaan doen in deze periode. En als er dan nog langer nodig is om een traject helemaal af te ronden, omdat een ouder daarom vraagt, dan gaan wij daar natuurlijk ook in mee”.Anne Coenen, directeur Toeslagen: “Zullen we wat vragen doen?”
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: “Ja, want misschien is het wel goed - daar kan Julien denk ik ook wel iets over vertellen - wanneer ouders van ons horen wanneer ze aan de beurt zijn. Want van de ouders die we nog dit jaar gaan behandelen, de ouders die dus in een acute situatie zitten of schrijnend zijn, die willen we zo snel mogelijk een brief sturen. Om u te laten weten dat u tot deze ouders behoort. En sommigen van u zijn inmiddels ook al door ons geholpen of benaderd, zodat u zeker weet dat u aan de beurt bent.
Alle ouders die een zaakbehandelaar hebben, krijgen in deze maand (oktober) of volgende maand (november) ook van ons een brief, waarin staat wanneer we met uw zaak aan de slag gaan. Ik wou zeggen: we gaan niet starten, want we zijn toch al gestart? U heeft al een zaakbehandelaar gekregen. Maar weet u ook wanneer we daadwerkelijk de beoordeling kunnen gaan starten en afronden? Dus dat is denk ik wel belangrijk om te weten als u ofwel behoort tot de ouders in zo'n acute groep, of in een groep die zich heeft gemeld bij ons als schrijnend en bij ons op dit moment bekend is. Dan krijgt u van ons snel een brief. En in de komende maand de ouders die een zaakbehandelaar hebben. Want dan hoort u van ons wanneer we ook uw zaak kunnen gaan behandelen. De planning daarvan is, voor de ouders die al een zaakbehandelaar hebben, dat we dat ook in het eerste helft van volgend jaar doen.”
Bent u ontevreden bent over de manier waarop we uw zaak behandelen, dan horen wij dat graag. Samen kijken wat we daaraan kunnen doen.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Arre Zuurmond, voorzitter Ouderpanel: “Ouders hebben soms gezegd ‘ja, maar als het dan niet klikt met je persoonlijk zaakbehandelaar?’ Daarvan is afgesproken dat als een ouder vindt dat het niet goed gaat, dat hij dat te allen tijde mag zeggen. En ook mag vragen om een andere persoonlijk zaakbehandelaar. Dat is gewoon afgesproken, dat behoort tot de mogelijkheden.
Je kunt ook altijd terecht met een klacht als je zegt: ‘ik vind dat ik echt niet gehoord word’, of ‘ik vind toch dat mijn probleem niet begrepen wordt’. Dan kan je ook altijd als ouder zeggen: ‘ik ben hier niet tevreden mee, ik heb een klacht’. En dan wordt daar apart naar gekeken hoe we dat kunnen oplossen.”
Het stempel 'fraudeur' kan grote gevolgen hebben gehad voor ouders die dat kregen. Sommige ouders kregen hierdoor bijvoorbeeld geen betalingsregeling en kwamen daardoor in enorme problemen. Gemeenten en andere instanties hielpen in deze situatie vaak ook niet en namen het stempel zelfs over (bijvoorbeeld bij een BKR-registratie).
Ouders die onterecht het stempel 'fraudeur' hebben gekregen, krijgen van ons een schadevergoeding. Daarnaast gaan we hen helpen om de gevolgen daarvan te stoppen. Samen met deze ouders kijken we hoe we daar met instanties het gesprek over aangaan.
Uitgeschreven tekst
Julien Spliet, programmadirecteur Toeslagen: “Dan is er nog een derde groep. En dat gaat over de groep waarvan wel gezegd wordt dat ze onterecht als fraudeur zijn aangemerkt.
Wat namelijk het geval was, is dat als een toeslag stopgezet was, of soms om een andere reden, ouders een stempel in de systemen van de Belastingdienst kregen. Dat heet technisch gezien dat zij ‘opzet grove schuld’ verweten kregen. Plat gezegd, dan werd gezegd: ‘wij denken dat u gefraudeerd heeft!’ Het gevolg daarvan was dat waar normaal gesproken iedereen die een grote schuld bij de Belastingdienst heeft, die zij niet volledig kunnen betalen, in aanmerking komt voor een betalingsregeling, waarmee na 2 jaar niet meer verder betaald hoeft te worden, deze ouders moesten blijven betalen. Ook als zij dat helemaal niet konden.
Dus dat stempel ‘fraudeur’, dat had buitenproportionele gevolgen. Ook voor ouders die helemaal niet gefraudeerd hadden, maar die een onschuldige fout gemaakt hebben of soms zelfs niet eens dat. Voor deze derde groep geldt dat wij nu met zijn allen zeggen: ‘deze gevolgen van zo’n stempel fraudeur zijn dermate buitenproportioneel, dat deze ouders daarvoor een schadevergoeding moeten krijgen’.
Soms kan het zijn dat een ouder zowel getroffen is door dat dat hele harde stelsel waardoor met een paar ontbrekende bonnetjes heel veel geld terug betaald moest worden, en dat een ouder daar bovenop vervolgens ook nog eens dat stempel fraudeur kreeg. In dat geval kunnen beide regelingen van toepassing zijn, dus dat een ouder terugkrijgt waar hij recht op heeft en daarbovenop nog deze schadevergoeding.”
We willen alle ouders zo snel mogelijk helpen, maar dat kan niet allemaal tegelijk.
Kunt u niet op hulp wachten en zit u in acute problemen? Dan kunt u zich bij ons melden. We gaan u dan zo snel mogelijk helpen.
Ouders in acute situaties zijn bijvoorbeeld:
- Ouders die ernstig ziek zijn
- Ouders die op korte termijn uit hun huis worden gezet
- Ouders die geen schoolspullen of kleding voor hun kinderen kunnen kopen
Als het nodig is, kunnen we een eerste betaling doen voor deze groep ouders. Dat is een bedrag waar u sowieso recht op hebt. Dat bedrag hoeft ook nooit meer te worden terugbetaald.
Wij doen ons uiterste best om ouders in acute nood zo snel mogelijk te helpen, ongeacht wanneer u zich bij ons hebt aangemeld.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Julien Spliet, programmadirecteur Toeslagen: “Dit gaat over een specifieke groep van u, namelijk de ouders die niet alleen in het verleden getroffen zijn door deze veel te harde aanpak of te harde regelingen, maar die ook nu nog écht in acute problemen zitten.
In principe is in de wet afgesproken dat wij alle ouders proberen integraal te beoordelen. Daar bedoelen we mee dat we gelijk samen met u kijken naar alle regelingen en alle jaren waarin u wellicht gedupeerd bent. Zodat u niet elke keer weer opnieuw, en dat u niet voor elke regeling opnieuw, een aanvraag hoeft te doen. Dat is bedoeld om u zo snel mogelijk volledige duidelijkheid te geven. Maar het gevolg daarvan is dat zo'n integrale beoordeling ook - daar refereerde Alexandra al aan - best complex kan zijn. Voor sommigen van u bestaat die tijd niet en moet u gewoon nu op korte termijn met een acuut probleem geholpen worden.”
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: “Als u op dit moment al een zaakbehandelaar heeft, dan kunt u met hem of haar contact opnemen en aangeven dat u nu acuut in de problemen zit en uitleggen wat er aan de hand is. Dan kunnen wij zo snel mogelijk voor u aan het werk.
Als dat niet zo is, dan kunt u contact opnemen met het servicenummer dat in beeld is. En dan is van belang dat u aangeeft dat er sprake is van een acute situatie. Arre zal dan ook meekijken, daar waar nodig, om te zien wat er aan de hand is en hoe het werkt. Deze voorzieningen zijn er ook echt alleen voor acute problemen.
We snappen natuurlijk heel goed dat velen van u vinden: ‘het wordt nu écht tijd, ik will zo snel mogelijk behandeld worden’. Maar deze voorziening is er echt voor wanneer u op dit moment in grote problemen zit. U kunt geen boodschappen meer doen, u dreigt uw huis uitgezet te worden, de elektriciteit dreigt te worden afgesloten of dat soort dingen, daarvoor is deze voorziening. Het zou ook kunnen gaan over dingen die u voor kinderen nodig heeft.”
Hebt u problemen op andere vlakken dan alleen uw toeslagen? Dan kan uw gemeente u mogelijk helpen. Bijvoorbeeld op het gebied van werk, gezondheid of uw gezin.
De Herstelorganisatie Toeslagen en de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) hebben samen afspraken gemaakt om u zo goed mogelijk te helpen. U bepaalt zelf of u hulp wilt van de gemeente. Dat is niet verplicht. Ook als u in het verleden al eens hulp hebt gezocht, kijkt uw gemeente graag opnieuw met u mee naar wat er mogelijk is.
Weten wat uw gemeente voor u kan betekenen?
Neem dan contact op met het Serviceteam Herstel toeslagen of met uw gemeente.
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: “Het is goed Jeroen te introduceren, want Jeroen werkt bij de gemeente Rotterdam. Zoals u wellicht ook al heeft gehoord hebben wij inmiddels - en daar ben ik ontzettend blij mee - een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Daarmee kunnen we ervoor zorgen dat gemeenten met ons meewerken - en dat financieren wij ook - om als er andere problemen bij ouders zijn, die samenhangen met de kinderopvangtoeslag, maar die gaan bijvoorbeeld over huisvesting of over werk of over andere problemen, dat gemeenten daar ook mee kunnen helpen. Dus alle Nederlandse gemeenten doen daaraan mee. Dus ook uw gemeente. Een goed voorbeeld van die samenwerking - want we zijn al aan de slag gegaan - is de gemeente Rotterdam. Daar werkt Jeroen en die kan ons meer vertellen over wat u zou kunnen verwachten van een gemeente.
En het gaat dan inderdaad over bredere vragen dan alleen maar herstel van de toeslagen, waar wij vanuit de Belastingdienst aan werken. Het gaat dan over hulp, bijvoorbeeld bij huisvesting. Het gaat over hulp bij het krijgen van een baan of het oplossen van schuldenproblematiek. En daar wilden we in dit blokje iets meer over vertellen. Dus fijn, Jeroen, dat jij er kon zijn. Zou jij misschien iets kunnen vertellen over wat voor hulp ouders van een gemeente kunnen verwachten?”Jeroen Fennema, gemeente Rotterdam: “We kunnen zorgen, samen met woningbouwverenigingen of met particuliere verhuurders, dat voorkomen wordt dat er mensen uitgezet worden. Dat u niet uitgezet wordt met uw gezin. We kunnen kijken wat we kunnen doen voor het organiseren van rechtsbijstand. We kunnen kijken wat we kunnen doen om alsnog schoolgeld betaald te krijgen, om school en schoolmiddelen betaald te krijgen. Bijvoorbeeld omdat u daar op dit moment gewoon de mogelijkheden niet voor heeft om die zelf te betalen. Dat zijn heel concrete dingen die we in ieder geval kunnen doen. En dat gaat soms ook over het oplossen van huurachterstanden. In Rotterdam hebben we daar fondsen voor, voor dat soort zaken. Dat zal niet in elke gemeente zo zijn, dus daar kan ik weinig over zeggen.
Wat we wel merken - als laatste - is dat bij veel ouders sprake is geweest van achterstallige behandelingen op medisch vlak, op psychisch vlak. Ook op tandartszaken. Gebit saneren en gebitsbehandeling bijvoorbeeld, die zijn duur. Die heeft u niet altijd kunnen doen, want die gaan af van het eigen risico. Dat geld was er niet, want er moest eerst betaald worden om de schulden af te lossen.
Wij hebben concreet gekeken naar mogelijkheden voor extra dienstverlening, extra zaken die we in zouden kunnen zetten en die we kunnen ontwikkelen om u toch te helpen met dat soort zaken.”Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Toeslagen: “Ik heb ook aan alle gemeenten gevraagd om te helpen. Het is niet zo dat er in iedere gemeente evenveel ouders getroffen zijn. Of ouders die ook echt aanvullende hulp nodig hebben. Ik denk dat Jeroen een paar heel duidelijke voorbeelden heeft genoemd.
We weten ook dat een aantal van u in de schuldhulpverlening zit. En afhankelijk van waar u precies in dat traject bent, kunnen gemeenten ook helpen om ervoor te zorgen dat als u straks van ons compensatie krijgt, dat er dan goed gekeken wordt naar die schuldenpositie. Zodat u daarna in staat bent om gewoon uw leven weer opnieuw op te pakken en financieel uit de zorgen te komen. Om ervoor te zorgen ook dat u inderdaad hulp krijgt. Of het nou is in de vorm van gezondheidszorg of psychisch of ook daadwerkelijk lichamelijke hulp die u nodig heeft. Dat is precies wat we met de gemeenten hebben afgesproken. Want wij hebben gemerkt - en dat heb ik zelf ook in de gesprekken gemerkt die ik met u heb gevoerd - dat die problemen bij toeslagen grote impact hebben gehad bij een heel aantal van u. We willen daarom graag samen met gemeenten werken die daarvoor de mogelijkheden hebben. En die daarvoor mensen ter beschikking hebben, professionals zoals Jeroen, die kunnen helpen om samen met u te kijken wat er nodig is om uw problemen op te lossen.
Ik ben er dus heel blij mee dat het gelukt is om met gemeenten deze afspraken te maken. Nogmaals, het is per gemeente anders ingericht. Maar wij houden nauw contact. En het belangrijkste is dat de gemeenten ook hebben gezegd dat ze u willen opvangen. Dat u na de compensatie en het herstel aan onze kant ook geholpen kan worden.
En wat denk ik belangrijk is, is dat als u daarvoor in aanmerking wilt komen - en dat kan ook al voordat wij met uw dossier aan slag kunnen, als u zegt: ‘ik heb nu al iets nodig’ - meldt u zich dan ook op ons telefoonnummer. Want met al die gemeenten hebben wij contact. Dus dan kunnen we zorgen dat er ook inderdaad contact ontstaat, zodat u vast met uw gemeente aan de slag kan, terwijl wij misschien nog niet helemaal de tijd hebben om uw dossier op te pakken. Maar dan kan er alvast gewerkt worden. Dus laat u dat vooral weten. Allerlei vragen die u heeft over werk, over huisvesting, over schuldhulpverlening, daarvoor zijn gemeenten beschikbaar.”Jeroen Fennema, gemeente Rotterdam: “De gemeentes zijn allemaal op de hoogte van de toeslagenaffaire natuurlijk, en allemaal op de hoogte van het feit dat er iets moet gebeuren voor hun eigen gedupeerde ouders en inwoners. Zoals ik al zei, niet elke gemeente staat nu al gelijk in de startblokken. Het is heel goed voorstelbaar dat ze dat nog aan het ontwikkelen zijn.
Maar elke gemeente heeft wel iets van een buurtteam / wijkteam / sociaal wijkteam of dat soort diensten. Dus dat luisterend oor en iemand die met u mee kan denken om overzicht te krijgen over uw situatie en grip te krijgen op die hele situatie. En concreet stappen te formuleren en te gaan nemen om daar uit te komen en weer richting toekomst te komen, dat heeft elke gemeente. Dus daarvoor kunt u hoe dan ook contact opnemen het uw gemeente .
En een ander puntje - dat is de laatste gelijk - is, elke gemeente heeft natuurlijk iets van schuldhulpverlening. Daar is ook een wet voor, dat elke gemeente dat moet hebben. Wat we hebben gemerkt is dat ook wij als Rotterdam fouten gemaakt hebben op dat gebied. Vanwege het predicaat ‘grove schuld’ hebben we geweigerd mensen toegang te verlenen tot die schuldhulpverlening. En dus geweigerd u te helpen schulden op te lossen. Nu dat predicaat eraf is, kunt u weer naar uw gemeente en zeggen van, ‘ja, u heeft mij toen afgewezen, want de
Belastingdienst zei dat ik een fraudeur was, maar dat is niet zo, dat zegt de Belastingdienst nu ook’. Daar heeft u misschien zelfs een brief over ontvangen, sommige mensen hebben dat. U kunt weer naar de gemeente om hulp te krijgen bij het oplossen van uw schulden.”
De meest actuele informatie vindt u op deze website, zoals:
- Nieuwsberichten en verhalen
- Wat u kunt verwachten als u aangeeft benadeeld te zijn
- Informatie van het Ouderpanel en het Kindpanel
- Informatie over de commissies
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris Toeslagen: “Gelukkig zijn er heel veel dingen helder. Dus we kennen onze regelingen, we kunnen aan het werk, we hebben de zaakbehandelaars. Maar er zijn wel een paar dingen die we verder nog willen onderzoeken.
We zullen zorgen dat we updates op onze website zetten. Dus als er nieuwe informatie is, dan zetten we dat op de website. Dit doen we ook zoveel mogelijk in de vorm van filmpjes of met plaatjes, zodat het zo helder mogelijk is, in die hele ingewikkelde set van regels, hoe het werkt.
Iedere 2 maanden sturen wij een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer. En wat ik zou willen voorstellen - maar dat moet u zelf ook maar even aangeven zo meteen - is dat we daarna elke keer weer zo'n webinar organiseren, zodat we ook uw vragen dan weer kunnen beantwoorden. Maar u kunt ook altijd bij uw zaakbehandelaar terecht, als u die heeft. U kunt ook altijd naar ons bellen. Dan proberen we u zo goed mogelijk te informeren.
En ik hoop u vooral zoveel mogelijk persoonlijk te kunnen informeren. Want veel van de vragen die u heeft, gaan natuurlijk specifiek over uw situatie.”
Voor al uw vragen kunt u contact opnemen met uw persoonlijk zaakbehandelaar of het Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag
Uitgeschreven tekst
- Uitgeschreven tekst
Alexandra van Huffelen, staatssecretaris Toeslagen: “Ik weet - en dat kan ik niet genoeg blijven benadrukken - dat velen van u al lang wachten en ook al lang problemen hebben met de kinderopvangtoeslagen. Voor een deel heeft u die problemen ook aan mij verteld in de persoonlijke gesprekken en die zijn soms ook heel erg schrijnend. Dus wij - en daar mag u op rekenen - doen er alles aan om u zo snel mogelijk te helpen.
Maar we moeten het ook goed doen en zorgvuldig. We willen ook graag naar uw verhalen luisteren. Daar gaan we verder mee. We zijn al gestart met de eerste ouders te helpen. We houden u natuurlijk op de hoogte van wat er speelt. En we houden u ook goed op de hoogte van alles wat er mogelijk is in samenwerking met uw gemeente.
Als u nog vragen heeft, neemt u dan contact op met het nummer dat in beeld is. Dit is het nummer van het Serviceteam. Of neem contact op met uw persoonlijk zaakbehandelaar.
Ik hoop een aantal van u in de komende tijd nog te zien. Er zijn nog zo'n 200 ouders die een gesprek met mij hebben aangevraagd. In de komende maanden ga ik langs op verschillende plekken in Nederland. En dan hoop ik een aantal van u persoonlijk te zien.
Ik wens u een heel fijne avond. Dank u wel voor uw vragen. En alle vragen die we niet in dit webinar hebben kunnen beantwoorden, dat gaan we dan ook schriftelijk doen. De meeste vragen kunt u terugvinden op de website. En sowieso kunt u dit webinar daar ook op terugkijken.”